Van oktober 1914 tot oktober 1918 vestigden de Duitsers hun militair hoofdkwartier voor het Belgische front in Tielt. Vijfduizend militairen bouwden hier een logistieke en strategische infrastructuur uit, waarbij de oorlogsmachine gedirigeerd werd vanuit bureaus in de opgeëiste herenhuizen. De bezette stad werd van de buitenwereld afgesloten en de inwoners kreunden onder een streng regime.